Je organisatie verandert voortdurend. Dat merk je dagelijks tijdens deze pandemie. Als je na wilt denken over de organisatie van de toekomst dan kun je daar het beste nu al mee beginnen. Wat zullen de effecten zijn van het niet meer dagelijks op de werkvloer zijn, van het gebrek aan wezenlijk contact tussen de collega’s onderling? Hoe denken de klanten eigenlijk over de nieuwe vorm van zakendoen?
Allemaal veranderingen waardoor het kan zijn dat de huidige medewerkers niet meer de medewerkers van het tijdperk van voor het Corona tijdperk zijn. Hoe krijg je dan je medewerkers zo ver dat ze zichzelf toch gaan ontwikkelen en stappen zetten waar ze zelf beter van worden? Hoe blijf je zelf betrokken? Hoe zorg je dat ook de organisatie er zijn voordeel mee doet? Aandacht is alles, belangstelling voor elkaar cruciaal en een compliment kost niets.
Welke 5 ingrediënten?
Er zijn vijf interessante ingrediënten voor leidinggevenden om medewerkers te laten stralen en hun talent tot bloei te laten komen. Gebruik jij als leidinggevende deze ingrediënten al?
Ingrediënt 1. Geef je professionals de ruimte en vrijheid
Van bovenaf richtlijnen opstellen en medewerkers vanuit de hiërarchie aansturen, werkt niet meer. Zeker bij het werken op afstand vraagt het meer van de leidinggevende dan je zou verwachten. Medewerkers moeten alle ruimte krijgen om hun vak en specialisme zo goed mogelijk uit te oefenen. Benader hen dan ook als professionals en geef hen vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zij hebben de kennis. De beweging naar meer wendbaarheid en flexibiliteit vraagt dus meer eigen initiatief van medewerkers. Dat betekent meer zelfsturing en dat vinden medewerkers soms best nog een beetje eng. Sommigen van hen vinden het toch wel prettig als er iemand is die hen regelmatig vertelt wat ze moeten doen. Vanuit de lijn kun je als manager deze medewerkers daarin coachen.
Ingrediënt 2. Laat je medewerkers nadenken over hun toekomst
Maak je medewerkers duidelijk, dat ze ieder jaar op zijn minst één keer moeten nadenken over waar ze staan en waar ze heen willen. Wat hebben ze het voorbije jaar gepresteerd wat een vermelding op het cv waard is? Als dat het geval is, heb je medewerkers in huis die bezig zijn met hun eigen ontwikkeling, prijs je gelukkig. Is dat niet geval, dan is dreigt stilstand. Door je medewerker hier ieder jaar over na te laten denken, kom je automatisch op de vraag: en wat ga je hierna doen? Dat is duurzaam sturen op resultaat.
Ingrediënt 3. Stimuleer ontwikkeling en maak het mogelijk
De verantwoordelijkheid voor persoonlijke ontwikkeling ligt bij de medewerker zelf. Maar als leidinggevende ben je medeverantwoordelijk en schep je de kaders waarin de medewerker die ontwikkeling kan realiseren. Je hebt faciliterende rol. Investeren in de ontwikkeling van je medewerkers is investeren in de toekomst van de organisatie. En geef medewerkers de ruimte om hun talenten en vaardigheden tot hun recht te laten komen binnen (en buiten) de organisatie. Doe je dat niet, loop je inderdaad het risico dat ze weglopen. En terecht!
Ingrediënt 4. Stimuleer jobrotatie
Bij een medewerker die jaren dezelfde taak vervult, sluipt het gevaar in van routine en stilstand. Om dit te voorkomen is jobrotatie zo om de 3 tot 5 jaar nuttig. Het houdt medewerkers alert, ze leren de zaken vanuit een andere invalshoek te bekijken, het doorbreekt de routine en mensen leren weer nieuwe dingen. De medewerker hoeft geen totaal andere functie te vervullen en al helemaal niet persé een stap omhoog. Ook horizontale jobrotatie is waardevol. Houd als leidinggevende bij hoe lang iemand in dezelfde functie zit, breng dat in kaart. Begin ermee en praat erover met je medewerkers. Ze zullen niet verbaasd zijn, want ze lopen zelf ook al een tijdje met deze vraag.
Ingrediënt 5. Ontdek talenten!
Iedereen heeft een talent. Alleen heeft een medewerker niet altijd in de gaten wat dat talent precies is. Vraag om hun talent te definiëren. Vraag vervolgens hoe ze zelf denken wanneer hun talent het beste tot zijn recht te komt. Je zult versteld staan! Een medewerker die zijn talent kan inzetten, wordt blijer van zijn werk. Hij gaat bruisen van de energie, het werken gaat makkelijker af, de kwaliteit is hoger, de collega’s blijer.
Hou hierbij wel rekening met de individuele mogelijkheden van je medewerkers. Wat hier van belang is, is dat iedereen een stap kan zetten. De één zet een wat kleiner stapje, de ander een grote sprong. Het maakt niet uit, als er maar beweging is.
